Imagens das páginas
PDF
ePub

de meer onbeweeglijke en donkerder bestanddeelen van de menschelijke natuur samenhangende eigenaardigheden en eigenschappen van ons menschwezen, niet altijd de noodige aandacht, er het dieper besef van deed hebben. Het zou hem in zijn meest wijsgeerig essayistisch werk First and Last Things o.a. doen zeggen:

,,Het schijnt mij dat de meeste moeilijkheden van de menschheid in waarheid misverstanden zijn. De geaardheid en het karakter van de menschen stemt, naar het mij voorkomt, meer overeen dan hun meeningen en als zij niet zulke noodeloos uiteenloopende wijzen van uitdrukking hadden in veel groote geschilpunten, zij zouden het praktisch eens zijn over honderd kwesties die hen nu verdeeld houden.

De meeste groote strijdpunten van de wereld, de meeste godsdienstige verschillen, die de menschen gescheiden houden, komen voort uit verschillen in hun wijze van denken.”

Het is juist, maar die wijze van denken, die zoo verschillende wijze van denken, die geestelijke opvattingen in hun tallooze nuances, zij komen voor een grooter deel voort uit 's menschen aard en temperament, zij hebben dieper gronden dan Wells zelfs tot op het laatst van zijn leven doorzien heeft. Altijd is hij het meer in de denkbeelden van den mensch dan in zijn natuurlijken aanleg en gesteldheid blijven zoeken. Maar al zien wij hierin een zekere, heel het werk van Wells karakteriseerende éénzijdigheid en al zouden wij meenen dat aard en karakter van de menschen niet minder uiteenloopen dan hun denkbeelden of liever dat het verschil in denkbeelden juist daarmee in het nauwste verband staat, juist daarvan ten nauwste afhankelijk is, het is niettemin zeker dat langs den door Wells aangegeven weg, de verheldering van zijn denkvermogen, de geestelijke verwijding en verlichting, een groot deel van de verschillen tusschen mensch en mensch, en de ellende en strijd, die daarvan het noodzakelijk en noodlottig gevolg zijn, uitgebannen zouden kunnen worden.

En wij mogen hierbij ook niet vergeten, voor zoover het de persoonlijkheid van Wells geldt, dat zoowel uit zijn later te bespreken psychologische romans als uit de boven door ons vermelde studie The Scepticism of The Instrument op de meest overtuigende wijze blijkt hoe goed hij inziet dat elk mensch ondanks het algemeen verband in zijn wezen en gesteldheid een bizondere en speciale en afzonderlijke éénheid vormt.

Het is een kwestie van nadruk. Een kwestie van nadruk, zoo belangrijk echter dat wij er in ons slotartikel, waar wij de algemeene beteekenis van Wells voor ons geestesleven bespreken, nog in bizonderheden op terugkomen zullen.

Hoe dit zij, en zoo het Wells' voorkeur en geestesrichting een wat éénzijdigen wrong gaf, hoeveel dankt hij ook niet aan die breede wetenschappelijke opleiding, die sterke en dorstige, prikkelende en scheppende wetenschappelijke sympathieën.

Zijn groot talent, zijn vermogen van beelden en voorstellen is er op de nauwste wijze mee saamgeweven, en ook zijn wijd en hoopvol overzien en tegemoet-zien van het Leven, zijn geloof in het Leven, zijn verwachtingen van het Leven. Zonder die rijke algemeene levenskennis, dit naar alle gebieden van leven en weten zijn voelhorens uitstrekkend verlangen, deze onverzadigbare vitaliteit en belangstelling, die hem dreef het Leven in al zijn vormen en in al zijn schuilhoeken te willen kennen, het, in zijn deelen en in zijn geheel te willen omvatten en doorproeven, zonder dezen kenmerkendintensieven trek van zijn wezen had Wells ook nimmer die speculatief-wetenschappelijke novellen en vertellingen kunnen schrijven, waaraan wij hier in de eerste plaats eenige woorden wijden willen.

Wells is een zoo veelzijdige figuur met zoo uiteenloopende kwaliteiten, zijn werk variëert in zoodanige mate, is zoo verschillend van vorm en inhoud, dat men het, om de draagwijdte van zijn vermogens te leeren kennen, noodwendig in zekere categoriëen moet verdeelen. Een dergelijke verdeeling kan niet anders dan met enkele groote lijnen uitgestippeld worden en van zeer onvolledigen, betrekkelijk willekeurigen aard zijn. Wells is nu gedurende meer dan dertig jaren steeds een zeer vruchtbaar auteur geweest; de verscheidenheid van zijn kennis en belangstelling maakt den inhoud van zijn werk van den meest uiteenloopenden aard, bijna elk deel van ons algemeen geestelijk of maatschappelijk leven rakend of indringend; hij heeft dien in allerlei vormen van kunst of voorstellingswijze gegoten: roman en novelle, essay en geschiedboek, wijsgeerige studie of maatschappelijk strijdschrift,

vormen dikwijls van een zoo bizonderen, persoonlijken aard, dat zij een geheel eigen genre vertegenwoordigen en dus een specialen naam moeten dragen. Het aantal boeken of brochures door hem gepubliceerd zal nu wel niet ver meer van de honderd zijn en ik zal mij wel niet behoeven te verontschuldigen, dat ik van dien al te weelderigen, soms al te vergankelijken overvloed slechts wat mij het belangrijkst voorkwam gelezen heb.

Als ik dus het oeuvre van Wells onder drie hoofden wensch te verdeelen: de speculatief-wetenschappelijke verhalen en fantaiziëen, de humoristische of realistische vertellingen en romans, de sociale, historische, philosofische geschriften, dan ben ik mij wel bewust dat dit eene slechts ten deele aan de werkelijkheid, een werkelijkheid van velerlei aspekten, vol schittering van lichtende facetten, beantwoordende indeeling is. Geen indeeling kan geheel recht doen aan de velerlei nuances, op tal van wijzen zich dooreenstrengelend, van menschelijk vernuft en scheppingsvermogen, die zijn werk ons te zien geeft.

Misschien is Wells de hervormer en toekomstbouwer, als hoedanig hij in zekere sterk gemarkeerde capaciteiten van zijn wezen is aan te duiden, nog meer de eigenlijke Wells dan Wells de kunstenaar, de mensch der twee eerstgenoemde categoriëen waartoe wij ons hier in hoofdzaak bepalen moeten. Maar zij zijn niet te scheiden en moeilijk te onderscheiden; de een dankt zijn kracht voor een groot deel aan den ander, en zoo dit bizonderst eigenaardige van zijn persoonlijkheid en talent natuurlijk het meest onomwonden optreedt in zijn geschriften van socialen of wijsgeerigen aard, het doortrekt heel zijn werk, ook zijn belletristisch, ook zijn romantisch werk en zet er zijn bizonderen stempel op. Sterk vertoont het zich in romans als Joan and Peter waarin hij op zijn dramatisch-levendige en vindingrijke, van kennis verzadigde, wijze het opvoedingsprobleem behandelt, als The New Machiavelli, waarin hij heel het politiek en maatschappelijk leven van Engeland onder zijn ontleedmes neemt, als The Undying Fire, waarin hij naar het levensraadsel in zijn kern een greep doet, maar het is toch ook reeds aanwezig in die amusante vertellingen uit zijn jonger jaren, waarin hij het

menschelijk leven meer als een door het Toeval beheerscht spel schijnt te beschouwen en ons op losse, luchtige, geestige, humoristische wijze voor den fotwissel van een Kipps of Polly weet te interesseeren.

En ook is de toekomstbouwer nimmer geheel afwezig in die wonderlijke fantaiziëen, waarin hij ons iets van het leven der menschheid in toekomstige dagen voortoovert, al zal in de latere scheppingen van deze serie het ernstiger, meer humanistisch en profetisch element een grooter rol spelen dan in de eerste, waarin de schrijver louter door zijn uitbundige verbeeldingskracht, zijn vreugde en lust in het verbeelden en vertellen, schijnt bewogen te worden.

Toch niet geheel, want reeds uit The Time Machine blijkt dat het maatschappelijk leven zijn ernstige aandacht had en in zijn observaties op dit gebied vond hij voor een groot deel de stof ervoor; reeds aan dit verhaal moet de overweging voorafgegaan zijn wat er van de menschheid worden zou als de heerschende en de werkende klassen zich steeds meer gingen differentiëeren om ten slotte aan twee verschillende rassen het aanzijn te geven. Wells zag er, het blijkt reeds uit dit eerste in schijnbare zorgeloosheid en geestig spel geschreven werk, het groot gevaar van den tijd in.

Reeds in dit verhaal toont Wells zich een scherpzinnig socioloog. Reeds zag hij de macht der wetenschap zoo groot, dat zij eens alle inspanning zoo goed als overbodig zou maken, maar tevens zag hij tot welke noodlottige gevolgen zij moest leiden als zij voortging de menschen te verdeelen in twee zich steeds meer van elkander verwijderende klassen, als zij niet gebruikt werd voor een uitwisschen van materiëele voorrechten, een gelijkmakend en verzoenend samenbrengen, een harmonische ontwikkeling en samenschikking der maatschappelijke verhoudingen.

The Time Machine was het eerste, in 1895 verschenen, boek van den door ons behandelden schrijver. Het bleek een meesterlijke vondst op een nieuw gebied, die dadelijk en algemeen de aandacht trok. Het opende een serie verhalen, die hem in den loop van weinige jaren tot een der populairste

auteurs van Engeland en weldra van de geheele wereld zouden maken.

The Island of Dr. Moreau, The Invisible Man, The War of The Worlds, The Sleeper Awakes, The First Men in The Moon, The Food of The Gods, In the Days of the Comet, The War in the Air - zij behooren alle tot dit soort scheppingen van avontuurlijken, speculatieven aard, waarin hij de resultaten der nieuwere en nieuwste wetenschap op verbeeldingrijke wijze verwerkt heeft.

In vele dezer verhalen, waarin een nieuwe ontdekking of een nieuwe idee tot in fantastisch-verre consequenties vervolgd wordt, geeft Wells ons een zeer suggestief beeld van de geweldige macht der moderne wetenschap en de ellenden, meer dan winsten, die zij kans heeft aan de menschheid te brengen, zoolang het bovenal egoïsme, verrijking, machtsvergrooting van de afzonderlijke individuen of groepen is, waarin onze samenleving zijn domineerend motief vindt, zoolang de groote synthese ontbreekt.

The Time Machine voert ons naar een maatschappij, ettelijke honderd duizenden jaren in de toekomst gelegen, waarin de werkers van heden tot grove, ziellooze, in onderaardsche gangen en werkplaatsen verblijfhoudende slaven verworden zijn, terwijl de op hen parasiteerende heerschers zich tot mooie, verfijnde, maar verzwakte, nuttelooze luxewezentjes, keurige en kostbare futiliteiten, ontwikkeld hebben. Deze Elois bleven slechts in het bezit en de macht over de aarde, omdat de ondergrondsche Morlocks het daglicht niet meer konden verdragen en er, menschenetende gewoonten verkregen hebbend, genot in vonden nu en dan een dezer teere bovengrondsche wezentjes als lekkernij te verslinden.

Zoo ruwweg in een enkele omtrekslijn weergegeven klinkt zoo'n profetie niet erg geloofwaardig of overtuigend; des te meer treft het ons hoezeer de schrijver tijdens de lezing onze kritiek het zwijgen weet op te leggen en ons onder de begoocheling zijner ongeëvenaarde kracht van voorstelling en verbeelding brengend, geweldig hypnotiseur in het rijk der letteren, ons het ongerijmde en onwaarschijnlijke als waarschijnlijk en onvermijdelijk weet op te dringen.

Ondanks den twijfel dien de nadenkende lezer telkens weer

« AnteriorContinuar »