Imagens das páginas
PDF
ePub

werd hij nerveus en verzuimde het systeem toe te passen. Zo ook in Homburg, waar hij alles verspeelde wat hij had. Zenuwachtige brieven naar Anna Grigorjewna, die in Dresden was, om geld voor de terugreis; zij zal het sturen, schrijft ze en Dostojewskij begint zijn brief van 23 Mei:,,Niet ik ben een heilige ziel, mijn stralende kleine engel! maar jij, jij hebt een heilige ziel. Wat een verrukkelike brief stuurde je me gisteren en hoe heb ik hem gekust! In mijn toestand is zulk een brief als hemels manna. Ik weet nu altans, dat er een wezen is, dat mij voor mijn hele leven liefheeft! Jij, goede, klare, schone ziel! Mijn hele leven zal ik je grenzeloos liefhebben.” — En dan 24 Mei:,,Anja, mijn beste, mijn lieveling, mijn vrouw, vergeef mij, noem mij geen schurk! Ik heb een misdaad begaan, alles verspeeld wat jij me gestuurd had, alles tot op de laatste kreutzer, gisteren ontving ik 't en gisteren heb ik 't verspeeld. Anja, hoe zal ik je nu aankijken, wat zul je nu van mij zeggen! Eén ding, en slechts één ding maakt mij angstig: wat jij zult zeggen, wat jij van me zult denken? Alleen voor jouw oordeel heb ik angst! Kun je, zul je me nu nog hoogachten? En wat is liefde zonder hoogachting! Dan is toch immers ons hele huwelik wankel geworden. Och, mijn beste, beschuldig mij niet onherroepelik!" - En een klein jaar later speelt Dostojewskij weer, ditmaal in Saxon-les-Bains, en weer verliest hij al wat hij heeft op 50 centimes na. Maar ditmaal schrijft hij een extatiese brief: dit laatste hazardspel was een levensles voor altijd, deze dwaze geldverspilling was nodig, om definitief tot inkeer te komen:,,ja, mijn beste, ik geloof, dat misschien God in zijn eindeloze goedertierenheid dat voor zo'n bandeloos, gemeen, prullerig spelertje als ik ben, beschikt heeft, mij tot inkeer brengend en mij bevrijdend van het spel en dus ook jou en Sonja,1) ons allen, voor onze hele toekomst." En dan ontwikkelt hij in vijf lange bladzijden zijn plannen: de redakteur Katkow zal hem zeker een voorschot sturen, het gezin zal verhuizen naar Vevey, een rustig oord met heerlik klimaat; dit zal de arbeid nog beter doen vlotten en weldra zal de finansiële krisis overwonnen zijn evenzeer als de speelhartstocht. Na de ondertekening nog een post-scriptum: „In Vevey zullen wij beslist wonen. Geloof, geloof en hoop!"

1) Dostojewskij's oudste dochtertje Sofja (22 Febr.-12 Mei 1868).

Ook het hoogste hoogtepunt van Dostojewskij's leven, de Poesjkin-rede van 8 Junie 1880, wordt in een der brieven, nog van dezelfde dag, beschreven. Het is bekend, hoe deze rede door de indruk, die zij bij de hoorders teweeg bracht, een histories evenement van betekenis geworden is, te meer daar zij in een tijd van politieke gisting en terreur de leus gaf, waaronder al de aanwezigen, van de meest heterogene levensopvatting en politieke kleur, op dat moment meenden zich te kunnen verenigen. Koni heeft verklaard, nooit meer een dergelijke elektriserende kracht van 't menselik woord te hebben waargenomen: het hele auditorium ware de redenaar gevolgd, waarheen hij hen had willen voeren: op deze wijze moet eenmaal Savonarola gesproken hebben. Dostojewskij schrijft aan zijn vrouw het volgende:,,Eindelik begon ik te spreken: men onderbrak mij beslist op elke bladzij en soms bij elke zin met donderend handgeklap. Ik las luid, met vuur. Al wat ik over Tatjana had opgeschreven, werd met enthusiasme ontvangen. (Dat is een grote overwinning van onze idee1) na 25 jaar van dwalingen!) En toen ik aan het eind mij de heraut maakte van de universele bond aller mensen, was 't of de hele zaal het op de zenuwen kreeg, en toen ik geëindigd was - ik zal je niet spreken van dat gebrul en gegil van geestdrift: onbekende mensen onder het publiek schreiden, snikten, omhelsden elkaar en zwoeren elkaar, beter te zullen zijr, elkaar in 't vervolg niet te haten, doch lief te hebben. Het regelmatig verloop der zitting was verstoord: allen stormden naar mij toe op het podium: deftige dames, studenten, staatssekretarissen, studenten die allen omhelsden en kusten mij. Alle leden van ons genootschap, die daar op het podium waren, omhelsden en kusten mij; allen, letterlik allen schreiden van geestdrift. Een half uur lang ging men voort mij terug te roepen, zij zwaaiden met zakdoeken, en ineens, bijvoorbeeld, spreken mij twee onbekende oude heren aan: ,,Twintig jaar zijn wij elkaars vijanden geweest, hebben wij niet met elkaar gepraat, en nu hebben wij elkaar omhelsd en ons verzoend. U bent 't, die ons verzoend hebt. U bent onze

1) De resignatie en de demoed van Tatjana beschouwt Dostojewskij als het echt-Russiese,,,algemeen-menselike" fundament der toekomstwereld, in tegenstelling tot Westeuropese materiële kultuur.

heilige, onze profeet!",,Profeet, profeet!" riep men uit de menigte. Toergenew, over wie ik in mijn rede een waardérend woord had ingelast, vloog mij met tranen om de hals, en Annenkow kwam aansnellen om mijn hand te drukken en mij op de schouder te kussen.,,U bent een genie, u bent meer dan een genie!" zeiden zij beiden tot mij. Aksakow (Iwan) snelde het podium op en verkondigde aan het publiek, dat mijn rede niet eenvoudig een redevoering was, maar een historiese gebeurtenis! Een onweerswolk had de horizon verborgen gehouden, en zie, Dostojewskij's woord heeft, gelijk de doorbrekende zon, alles uiteengedreven en alles belicht. Van af dit moment begint de tijd der broederschap en er zal geen onklaarheid meer bestaan. Ja, ja! riepen allen en wederom omhelsden zij elkaar en schreiden. De zitting werd gesloten. Ik ging haastig achter de schermen vluchten, maar uit de zaal drongen alle mensen daar binnen, vooral vrouwen. Zij kusten mij de handen, zij maakten mij doodmoe. Studenten kwamen aangesneld. Een van hen, in tranen, kreeg een zenuwtoeval en viel bewusteloos vóór mij op de grond. De allerkompleetste overwinning!"

Hoe sterk verschillen deze brieven van de voor enige jaren gepubliceerde brieven van Leo Tolstoj aan zijn vrouw! Bij Dostojewskij voortdurende exclamaties, de reflexen van het gelijktijdig doorvoelde, bij Tolstoj redenering en kritiese analyse. Tolstoj, de rationalist, ziet naast elk pro het contra, en de onvoorwaardelike aanbidding van vrouw en kinderen is hem niet mogelik; hoe langer hij analyseert, des te breder wordt de kloof, die de beide echtgenoten scheidt. Voor hun onderlinge verhouding zijn de brieven een goede kenbron. Dat zijn ook de brieven van Dostojewskij aan Anna Grigorjewna, maar hier is de geschiedenis der huweliksliefde eenvoudiger, hoe gecompliceerd ook overigens de persoon van Dostojewskij moge zijn; zijn aanbidding van vrouw en kinderen is onvoorwaardelik en onveranderlik, al zijn ook de componenten van dit gevoel velerlei: nerveus-hysteries en kinderlik-vertrouwend en al wat daartussen ligt.

Met Dostojewskij's zenuwachtig-geestdriftige stemming hangt nog een eigenaardigheid dezer brieven samen: de voortdurende ernst. Zijn enige glimlach is die van de tedere vader en echtgenoot, niet die van de humoristiese beschouwer zijner omgeving. In Ems ontmoet hij een mallotige landgenote, die kosmopolities en atheīsties voelt, de tsaar vereert en het vaderland veracht; in Parijs heeft ze zich uit een loutere gril een gezonde, als een parel zo mooie tand laten trekken, waarbij de tandarts haar gechloroformiseerd en haar kaak stukgebroken heeft; hierbij plaatst D. een uitroepteken. De dame moet nu terug naar Parijs om door een andere arts behandeld te worden, en waarvoor zij intussen in Ems is, weet niemand. Dat rare geval geeft Dostojewskij slechts ergernis, hij zegt de dame ernstig, hoewel met lachend gezicht en de wereldse beleefdheidsvormen in acht nemend, dat zij ,,onuitstaanbaar" is, en 's nachts heeft hij een nachtmerrie; maar iets komies ziet hij er blijkbaar niet in. Evenmin in zijn eigen verstrooidheid, wanneer hij bij vergissing een hotel naast het zijne is binnengegaan, de sleutel genomen heeft, die het nummer van zijn kamer draagt, en reeds op de tweede verdieping de kamer, waarop die sleutel past, heeft willen openen; gelukkig kwam juist op dat moment iemand, die blijkbaar zijn verstrooidheid kende, hem op de vergissing opmerkzaam maken. Wil men geestige, humoristiese brieven lezen, dan kieze men niet die van Dostojewskij, maar die van Poesjkin aan zijn,,vrouwtje"; ook deze aanbad zijn,,madonna", maar zijn aanbidding was die van een evenwichtig, wijs man en zijn glimlach die van de alles begrijpende en alles vergevende humorist.

N. VAN WIJK.

BIBLIOGRAPHIE

Agatha Seger: Verzen. (C. A. J. van Dishoeck, Bussum, 1926.)

Gevoelige jonge meisjes, die daarenboven nog geloovig zijn, schijnen veelal meer bevrediging te vinden in het schrijven van gedichten, dan in het grondig bestudeeren en beoefenen der nederlandsche kookkunst. Wat weergaloos te betreuren valt, zoowel voor ons, mannen, als voor de nu eenmaal veeleischende Muze der dichtkunst.

Eenvoudige sentimenten kunnen zonder twijfel, tot een zooal niet grootsche dan toch gave poëzie aanleiding worden. Waarachtig gevoel is echter te zeer onderscheiden van: stemming, aandoening of overkropt gemoed, dan dat men het een met het ander ongestraft mag verwarren. En zoo staan wij hier weer voor een dergelijk delicaat en ietwat pijnlijk geval. Agatha Seger, een jong, zachtaardig, gematigd temperament, las met haar aangeboren ontvankelijkheid voor bepaalde toonaarden Boutens' Vergeten Liedjes en.... vergat er niets van. Maar Boutens' sterke en diepe melodie, zijn scherp-formuleerende woordverbindingen, waren de vorm voor een even klare grondelooze gevoelswereld. Melodische strofen treffen wij ook in deze verzen van Agatha Seger aan; op samengestelde woordvondsten worden wij in dezen bundel evenzeer vergast; maar hoe maskeert dit alles hier een ondiepe, onoorspronkelijke gevoeligheid, een ronduit onbeduidende simpelheid!

Boutens' materiaal ligt te zichtbaar tentoongesteld in een gedichtje als,,Snik”, dat aanvangt:

in,,Geluk":

O als de wind maar weer

hoog door de heem'len waait....

Dat in den avond, na den regen,
o onuitjubelbaar geheim -
aan den gebroken hemel rijzen
de sterren in hun zilvren rijm..

Zulke dingen moeten, waar zij geen andere eigen waarde bezitten, steeds weer om hun schaamteloosheid en gebrek aan zelfkritiek worden gesignaleerd.

Ook zegt het niets, dat de meeste dezer gedichtjes,,getoonzet” zijn.

« AnteriorContinuar »