Imagens das páginas
PDF
ePub
[blocks in formation]

Alfredo Casella heeft onder den titel,,Harmonie-Contrepoint" in,,Pro Musica Quarterly" van New-York en in „Le Courrier Musical" van Parijs eenzelfde artikel gepubliceerd, dat, door zijne verbreiding in de artistieke hoofdsteden der twee werelddeelen, eene beteekenis krijgt, welke in de bedoelingen schijnt gelegen te hebben van zijn auteur. Het is geen manifest, daarvoor is het te weinig dynamisch. Het is de balans van honderd jaren muziek-geschiedenis, welke als uitgangspunt moet dienen van de nieuwe eeuw, die zich begint af te teekenen. De nieuwe eeuw, dat zijn de bekendste leidmotieven, of stokpaardjes, der laatste paar jaren, zooals de romantiek is een ziekteverschijnsel; de moderne harmoniek is uitgeput; de atonaliteit is eene impasse; terug naar de diatonie; weg met de chromatiek.

Men is geneigd, op het eerste gezicht, den heer Casella, die uitgemunt heeft in de beoefening der meest verschillende stijlen, een arbitrage-recht toe te kennen, dat bij zulken observatie-toren onafscheidelijk behoort. Maar hij redeneert, en zijne redeneering, zooals blijken zal, is verre van onaanvechtbaar. Het lijkt vervolgens minstens voorbarig, zacht gezegd, al stond zijne dialectiek boven elken twijfel, om een hedendaagschen stijl of stijlen te veroordeelen, crisissen te diagnosticeeren, op een terrein waar voor het oogenblik minder behoefte is aan theorie dan aan practischen arbeid, waar de theorie sinds lang plooibaar werd en toegankelijk voor elke gewaagde onderneming, een terrein, dat creatief nog onontgonnen ligt, een terrein waar theoretische problemen wankel zijn, weinig houvast geven, bruikbaar zijn in alle richtingen, vandaag pro, morgen contra, waar een nieuwe

sonate, eene nieuwe symphonie elken dag een gegeven kan vormen, dat alle voorgaande premissen neutraliseert, verzwakt of vernietigt. Is de heer Casella overtuigd, dat hij op de hoogte is van alle mogelijkheden der atonaliteit, der chromatiek, der mogelijkheden van het contrapunt? Wij zullen zien. Laten wij hem volgen in de krommingen zijner historiografische toelichting.

Het Romantisme, zooal geen ziekte gelijk sommigen beweren, aldus de heer Casella, dan toch eene situatie vol onvoeglijkheden en vergissingen, heeft vooral storm geloopen tegen twee punten: den vorm en het contrapunt. Welk romantisme? Het Fransche of het Duitsche? Want die beiden zijn zeer verschillend. Daar de heer Casella niet preciseert, willen wij aannemen, dat hij de twee romantismen mengt. Het doet er trouwens weinig toe, want noch het Fransche, noch het Duitsche romantisme zijn te velde getrokken tegen het Contrapunt.1)

Om zich hiervan te vergewissen behoeft men slechts een blik te werpen op den toestand der muziek tijdens het ontstaan der romantiek.

Wie waren op het gebied der piano-muziek de mededingers, de antipoden van Liszt, Chopin en Schumann? Kalkbrenner, Hummel en Thalberg. Bij mijn weten hebben deze drie laatsten nooit het contrapunt vertegenwoordigd. Liszt, Chopin, Schumann ook niet, ten minste niet in hun piano-werken. Maar aanknoopend bij Beethoven, en via Beethoven bij Bach, gaf het contrapunt aan hunne piano-muziek een karakter van vakmatigheid, welke de piano-muziek sinds een eeuw niet gekend had. Een der hoogtepunten van Liszt's oeuvre is de Phantasie en fuge op,,Bach". Op,,Bach" schreef Schumann, wiens stijl gedurende zijn levensloop hoe langer hoe orthodoxer is geworden, zes fuga's. Niemand zal in het uiterst nauwkeurige, doelmatige, doorwrochte métier van Chopin een vijandigheid tegen het contrapunt kunnen ontdekken. Integendeel.

1) De heer Casella laat in zijn artikel den vorm buiten bespreking. Dat is verstandig. Want ik zie niet goed in, hoe het romantisme iets vliedends en vluchtigs, als wat in muziek,,vorm" heet, had kunnen aanvallen.

Wat observeeren wij op het gebied der Opera? Van de werken der prae-romantici hebben enkel de opera's van Mozart en de Fidelio haar tijd overleefd. Men zal ons niet komen vertellen, hoop ik, dat de Italiaansche en Duitsch-Italiaansche evenmin als de Fransche Opera-componisten van tot en met 1830, verstokte aanhangers waren van den ,,strengen stijl". Men zou overdrijven. Evenmin als de Mozart der Opera's, evenmin als de Beethoven van Fidelio, (ondanks tal van zeer verzorgde, zeer geminiatuurde pagina's) zal ik Weber's Freischütz, van een technisch standpunt uitstekend bewerkte muziek, Berlioz' Benvenuto of Trojanen, vol en zelfs te vol van gecontrapunteerde passages, als voorbeelden citeeren van contrapunt. Maar waar is hun offensief tegen deze voortreffelijke kunst, als men hun arbeid vergelijkt met dien hunner voorgangers? Meer nog: hoe zien wij de Romantische Opera zich ontwikkelen? Wagner ontplooit zich tot den contrapuntischen stijl van Tristan en vooral van de Meistersinger; Verdi eindigt zijn leven met de enorme fuga van Falstaff. Werkelijk: waar is de vijandschap?

In de sfeer van de kerkmuziek stuiten wij op hetzelfde onloochenbare feit: eene mis van Cherubini is niet,,contrapuntischer" dan eene mis van Liszt.,,De Heilige Geest wordt steeds gefugeerd" spotte Liszt, die zelf niet verzuimde de Drieeenheid te bezingen met fuga's, evenmin als Berlioz in zijn Requiem, zijn Te Deum, L'Enfance du Christ, evenmin als Verdi, evenmin als Schubert, evenmin als Bruckner, algemeen bekend als romantici.

Men constateert hetzelfde verschijnsel nog sterker in de instrumentale muziek. Hoe meer Beethoven, die nooit een zuiver,,classicus" was, zich gedurende zijn derde periode afwendt van de klassieke muziek en evolueert tot romanticus, des te contrapuntischer wordt zijn métier. Span den boog van Berlioz, die levenslang niet heeft kunnen nalaten zijne beste werken vol te proppen met fuga's en fugato's, die tot zijn laatste noot geobsedeerd is gebleven door contrapuntische superposities van thema's, die canons schreef in Harald, in Benvenuto, span den boog van Berlioz tot de Fünf Orchesterstücke van Schönberg en ge hebt de ontwikkeling der moderne instrumentale muziek en de ontwikkeling van het

moderne contrapunt. De lijn gaat via Bruckner met zijne verkortingen, verlengingen, verdraaiingen, omkeeringen en combinaties van thema's, via Franck, romanticus en contrapunticus, via Strauss met de Fuge der Domestica, met,,des Helden Werke" uit,,Heldenleben", via Mahler met de excessief gecontrapunteerde Achtste, naar Schönberg, de laatste en ergste der muzikale scolastici, Schönberg, die geen thema kan zien buiten de verstikkende atmosfeer eener,,Lehre von dem Canon."

Ik vraag mij af tegenover zulke evidenties, wat de heer Alfredo Casella moge verstaan onder,,contrapunt"? De Basso Ostinato? Die was reeds lang ter ziele bij Beethovens dood. Fux',,Gradus ad Parnassum", Bellermann's ,,Der Kontrapunkt"? Die vindt men springlevend tot in den cantus firmus van den meest romantischen Jazz.1) Ik vermoed dat de heer Casella zich heeft laten hynotiseeren door Berlioz' uitvaringen tegen Cherubini en Fétis. Maar dat was litteratuur en reclame beiden. Of dat hij zich heeft laten beetnemen door Schumann's kruistochten tegen de philisters. Het is mogelijk dat er onder de philisters contrapuntici waren, doch dit verhindert niet, dat Schumann (en die andere romanticus Mendelssohn) stichters waren, en steunpilaren, van het meest schoolsche van alle Conservatoria: dat van Leipzig.

Het heeft den schijn alsof ik de romantiek en den,,strengen stijl" verdedig. Dit is mijn doel niet. Maar men verweet het Romantisme reeds te veel ongelukken om het ook nog verantwoordelijk te stellen voor den ondergang van het contrapunt, en ik wilde den heer Casella wijzen op deze onhistorische, onjuiste redeneering.

,,De periode der groote harmonische preoccupaties", meent de heer Casella,,,begint precies tijdens het leven van Beethoven, met Schubert en Weber. De doofheid heeft den auteur der 9 symphonieën er voor behoed zich te werpen in het onmetelijke oerwoud der nieuwe accoorden."

1) Ik hoop dat men den Jazz niet verdenkt van classicisme of modernisme!

Men kan deze meening van den heer Casella, hoewel zij reeds lang dienst doet, niet deelen.

Neen, de periode der groote harmonische preoccupaties begint geenszins tijdens Beethoven's leven. Ik zou mij kunnen beroepen op den Monteverdi van Henry Prunières, om aan te toonen, dat die preoccupaties minstens aanvangen bij den meester van Orfeus. Lijkt u dat te ver? Welnu! Als men den harmonist Rameau met zijn talrijke nonen niet meer speelt, wordt hij ook niet meer gelezen? En de aartsvader van alle harmonie, J. S. Bach? Moet men daarover uitweiden? Zie den Crucifixus der H-moll Messe, zie zijn Wohltemperiertes Klavier, zijne orgelwerken, zijne concerto's! Wat beteekent trouwens dat onmetelijke oerwoud van onbekenden klank, binnengetreden door Schubert en Weber? Het beperkt zich tot het majeur-dominant-noon-accoord. Van een oerwoud gesproken, is dat een klein en mager oerwoud. Nu dan! Men vindt dit fameuze accoord in het oerwoud van Bach (Toccata voor orgel), men vindt het bij Mozart (Idomeneo, zijn eerste opera), men vindt het bij Haydn (sonate es-dur; sonate d-dur) men vindt het bij Beethoven (om alleen te citeeren uit de piano-sonaten: de finale van opus 2, No. 3; het einde van het Adagio van opus 13; de finale van opus 27, No. 1; de finale van opus 31, No. 1;1) 1e en 2e deel van opus 109; finale van opus 110; eerste en laatste deel van opus 111.)2) Ja, men vindt dit fabuleuze accoord bij den,,dooven" Beethoven, die volgens den heer Casella allesbehalve een ,,harmonist" was! Het authentieke majeur-dominant-noonaccoord, zonder voorbereiding en zelfs in zijne omkeeringen. Men raadpleegt de texten dus niet meer? Zij maakten geen misbruik, deze meesters, van dit oerwoud. Ik vermoed, dat ze het alleen schreven, wanneer hun hart overvol was, en ik kan dezen wijd uitbloeienden klank bij hen nooit ontmoeten zonder eene dubbele ontroering, welke mij gegeven wordt door zulken kijk in hunne rijke zielen. Maar zij kenden het! Het behoefde niet ontdekt te worden. Hunne nakomelingen, al heeten zij

1) De dominant-noon-accoorden dezer finale, zijn in een eenigszins vertraagd tempo genomen zoo Wagneriaansch, onloochenbaar Wagneriaansch als men slechts wenschen kan.

⚫) Men excuseere mij, dat ik de cijfers der maten niet geef: deze bladzijde zou er van gaan lijken op een spoorwegboekje.

« AnteriorContinuar »