Het wulfsel van een beuke-allee, De teekning van een scarabee, Alles waarlangs het oog maar weidt En 't kleinste ding is even mooi Maar 't zuivere geluk is broos, - Wij zijn niet zooals kindren meer, Die ons geleiden tot het snoer Op de afgelegde reizen. Heimelijk grijpt ons plotseling Dat voor ons oog komt lichten, Dan daalt een sluier voor ons oog, Met kennisse van lijden, Bij 't eeuwig wisslen van getij En de ebbe brengt wreed scheiden... Wie eens dat scheiden heeft erkend De wegen der genegenheid Voor wat den lust der oogen vleit Want hem niet meer beschoren is JAN VETH dichtte deze strofen in het laatst zijns levens. De vertaling is van M. Nijhoff, die zijn werk opdraagt aan J. de Meester Jr. uit dankbaarheid voor zijn voortreffelijke praestatie als,,voorlezer" ter gelegenheid van de eerste uitvoering in Nederland. EERSTE GEDEELTE. Marschmuziek. VOORLEZER, tijdens de muziek: Op den straatweg van Sas naar Sluis : Scherm op. De muziek speelt door. Het tooneel stelt voor: de oever van een vliet. De soldaat komt op. De muziek eindigt. VOORLEZER. Wat zou 't, hier neem ik mijn gemak.... (de soldaat gaat aan den oever zitten). Soldaat is een bedonderd vak! Op stap en nooit een cent op zak. (de soldaat opent zijn koffertje). Dit is al mijn droevig toebehooren.... (Hij spreekt hier over een penning, moet U weten wordt een hemd opgediept, een schoone kraag, wat hulsen, een zakkam, een vernikkeld waar is het portret van het meisje gebleven? een kleine viool het koffertje uit. SOLDAAT. (de viool stemmend) Duur was hij niet, maar speelt patent wanneer je hem maar aanhoudend stemt.... De soldaat speelt. Muziek. De duivel komt op, een klein oud mannetje met een vlindernetje in de hand. Hij blijft plotseling stilstaan. De soldaat heeft hem niet bemerkt. Deduivel nadert den soldaat van achteren. De muziek houdt op. DUIVEL. Geef mij die viool van je, man! SOLDAAT. Neen! DUIVEL. Verkoop hem me dan. SOLDAAT. Neen! DUIVEL. Ruil hem dan tegen dit boek van mij (zet zijn vlindernet weg en neemt in de rechterhand een boekje, dat hij onder de linkerarm droeg). SOLDAAT. Ik lees nooit. DUIVEL. Dat behoeft niet hierbij. Het is een boek hoe zal ik het uitleggen, Het is een boek-brandkast, om zoo te zeggen Kijk, als je 't opslaat en openhoudt: Effecten, bankpapier en goud! SOLDAAT. Zeg, mag ik 't even hebben misschien? (hij geeft het boek aan den soldaat, die begint te lezen, de lippen bewegend en met den vinger de regels volgend) VOORLEZER. Gelieve UEd.... op zicht.... aan order.... Daar is geen snars uit wijs te worden. SOLDAAT. Ik lees, ik lees, maar snap er geen woord van. DUIVEL. Dat zal wel komen! Lees maar voort, man. SOLDAAT. Maar meneer, als dat boek zooveel waard is, waarachtig, Weet U, mijn viool kostte vier gülden tachtig. DUIVEL. En maak je daar zooveel woorden voor vuil. SOLDAAT. Goed dan. Laat het wezen. Meneer, ik ruil. (hij geeft de viool aan den duivel en VOORLEZER. Gelieve U Ed. aan order.... op zicht.... DUIVEL. En wat is 't vandaag? -- Het is pas Dinsdag, Het is pas Dinsdag, zeven en twintig! Dus in dit boekje kun je al lezen Wat nog niet eens gebeurd schijnt te wezen (heeft vergeefs geprobeerd op het viooltje Zeg, wil je mee naar mijn huis toe gaan? SOLDAAT. Waarom? Duivel. Ik kan met dit ding niets beginnen Je zou het me thuis even leeren kunnen. |