Imagens das páginas
PDF
ePub

Het wulfsel van een beuke-allee,

De teekning van een scarabee,
De kleurvlak van een jakje,
Een knop die tot ontbotten dringt,
Een blad dat uit zijn windslen springt,
Of katjes aan een takje....

Alles waarlangs het oog maar weidt
Is nieuw gewonnen heerlijkheid
Voor de opgetogen zinnen,

En 't kleinste ding is even mooi
Als heel 't wijd aardrijk in zijn tooi,
En waard om te beminnen.

Maar 't zuivere geluk is broos, -
Hoe kunnen wij gedachteloos
Toeven in welbehagen,
Terwijl wij allen, arm en rijk,
Onzichtbaar maar gestadiglijk,
Ons kruishout blijven dragen!

Wij zijn niet zooals kindren meer,
En wat wij zien wordt telkenkeer
Omsponnen door gepeizen,

Die ons geleiden tot het snoer
Van wat aan leed ons wedervoer

Op de afgelegde reizen.

Heimelijk grijpt ons plotseling
De erkentenis dat ieder ding

Dat voor ons oog komt lichten,
Niet meer is dan een schoone schijn,
En dat daarachter machten zijn
Die onze levens richten.

Dan daalt een sluier voor ons oog,
Een floers dat alles overtoog

Met kennisse van lijden,

Bij 't eeuwig wisslen van getij
Gaat al te snel de vloed voorbij

En de ebbe brengt wreed scheiden...

Wie eens dat scheiden heeft erkend
Als de eene spil waar 't al om wendt,
Die zal niet meer betreden

De wegen der genegenheid

Voor wat den lust der oogen vleit
Zonder verborgenheden.

Want hem niet meer beschoren is
Al wat uit licht geboren is,
Te vieren zonder peinzen,
Omdat wat weelde-lachend wenkt
Geluk noch welbehagen brengt
Dat niet in smart zal deinzen.

JAN VETH dichtte deze strofen in het laatst zijns levens.

[blocks in formation]

De vertaling is van M. Nijhoff, die zijn werk opdraagt aan J. de Meester Jr. uit dankbaarheid voor zijn voortreffelijke praestatie als,,voorlezer" ter gelegenheid van de eerste uitvoering in Nederland.

EERSTE GEDEELTE.

Marschmuziek.

VOORLEZER, tijdens de muziek:

Op den straatweg van Sas naar Sluis
een soldaat op weg naar zijn huis.
Veertien dagen kreeg hij verlof,
hij loopt al van vanmorgen af....
Hij loopt den langen, langen dag
hij wou dat hij zijn huis al zag,
want hij loopt al den ganschen dag....

:

Scherm op. De muziek speelt door. Het tooneel stelt voor: de oever van een vliet. De soldaat komt op. De muziek eindigt.

VOORLEZER. Wat zou 't, hier neem ik mijn gemak....

(de soldaat gaat aan den oever zitten).

Soldaat is een bedonderd vak!

Op stap en nooit een cent op zak.

(de soldaat opent zijn koffertje).

Dit is al mijn droevig toebehooren....
Wat! heb ik mijn Sint-Josef verloren!

(Hij spreekt hier over een penning, moet U weten
waar Sint Josef op staat, naar wien hij is geheeten).
Goddank, daar is hij. Dan, van omlaag,

wordt een hemd opgediept, een schoone kraag,
dingen in krantpapier gewikkeld,

wat hulsen, een zakkam, een vernikkeld
zeepdoosje, een spiegeltje, niet groot, net
om jezelf in te zien - Maar het portret?
(dat had zijn meisje hem gegeven)

waar is het portret van het meisje gebleven?
Het is er Nu komt tot besluit

[ocr errors]

een kleine viool het koffertje uit.

SOLDAAT. (de viool stemmend)

Duur was hij niet, maar speelt patent

wanneer je hem maar aanhoudend stemt....

De soldaat speelt. Muziek. De duivel komt op, een klein oud mannetje met een vlindernetje in de hand. Hij blijft plotseling stilstaan. De soldaat heeft hem niet bemerkt. Deduivel nadert den soldaat van achteren. De muziek houdt op.

DUIVEL. Geef mij die viool van je, man!

SOLDAAT. Neen!

DUIVEL. Verkoop hem me dan.

SOLDAAT. Neen!

DUIVEL. Ruil hem dan tegen dit boek van mij

(zet zijn vlindernet weg en neemt in de rechterhand een boekje, dat hij onder de linkerarm droeg).

SOLDAAT. Ik lees nooit.

DUIVEL.

Dat behoeft niet hierbij.

Het is een boek hoe zal ik het uitleggen,

Het is een boek-brandkast, om zoo te zeggen

Kijk, als je 't opslaat en openhoudt:

Effecten, bankpapier en goud!

SOLDAAT. Zeg, mag ik 't even hebben misschien?
DUIVEL. Wel zeker, je mag het gerust bezien.

(hij geeft het boek aan den soldaat, die begint te lezen, de lippen bewegend en met den vinger de regels volgend)

VOORLEZER. Gelieve UEd.... op zicht.... aan order.... Daar is geen snars uit wijs te worden.

SOLDAAT. Ik lees, ik lees, maar snap er geen woord van. DUIVEL. Dat zal wel komen! Lees maar voort, man. SOLDAAT. Maar meneer, als dat boek zooveel waard is, waarachtig, Weet U, mijn viool kostte vier gülden tachtig. DUIVEL. En maak je daar zooveel woorden voor vuil. SOLDAAT. Goed dan. Laat het wezen. Meneer, ik ruil.

(hij geeft de viool aan den duivel en
begint weer te lezen)

VOORLEZER. Gelieve U Ed. aan order.... op zicht....
Wat! Zaterdag 31 - beursbericht.

DUIVEL.

En wat is 't vandaag? -- Het is pas Dinsdag,

Het is pas Dinsdag, zeven en twintig!

Dus in dit boekje kun je al lezen

Wat nog niet eens gebeurd schijnt te wezen
Zou hier de heele toekomst in staan?

(heeft vergeefs geprobeerd op het viooltje
te spelen)

Zeg, wil je mee naar mijn huis toe gaan?

SOLDAAT. Waarom?

Duivel. Ik kan met dit ding niets beginnen

Je zou het me thuis even leeren kunnen.
SOLDAAT. Maar mijn verlof duurt maar veertien dagen.
DUIVEL. Ik breng je terug en leen je mijn wagen.
SOLDAAT. Mijn moeder rekent al op me thuis.
DUIVEL. Kom jij voor 't eerst wat later naar huis?
SOLDAAT. En mijn meisje maakt zich ongerust
DUIVEL. Die heb je zoo weer in orde gekust.
SOLDAAT. Waar woon je?

« AnteriorContinuar »